- 07/01/2022
- Posted by: Arno Westerdijk
- Categorie: Bericht

Vrienden van René Gudde stelden een mooi boekwerkje samen; ‘Het Agoramodel’. René onderscheidt vier levenssferen, waarin mensen zich begeven: de privésfeer, de private sfeer, de publieke sfeer en de politieke sfeer. Met op de achtergrond ‘de ecosfeer’, de omgeving die ons het leven mogelijk maakt.
Om je bekwamen in de private sfeer, de wereld van concurrerende organisaties, moet je jezelf trainen als een sporter. Het gaat in deze sfeer over competitie, de beste zijn in je vak, doelen halen, prestaties.
We hebben de afgelopen decennia volop geleefd in deze sfeer. Zelfs oorspronkelijk publieke domeinen zijn we gaan privatiseren, want competitie maakt organisaties immers beter. Echter: het publieke domein kent een andere trainingssfeer. Daar gaat het om het theater van de kunst. Om het vrijuit zichtbaar maken van dat wat in de samenleving speelt en aandacht nodig heeft. Over het bewust wakker kloppen van het hart van mensen, zoals het onderwijs bedoeld is of het samen regelen van een menswaardige zorg voor ouderen.
Ook de privésfeer raakte in de ban van de private sfeer. Je moet je als individu onderscheiden van de rest. Scoren op de beste privéschool, teneinde een voorsprong op de rest te behalen. Maar in de privé sfeer train je de uitgangspunten van het leven. Je bouwt in die sfeer aan je geloofssysteem en neemt ontwikkelde kernwaarden mee de wijde wereld in.
Door de dominante plaats van de private sfeer in ons denken en handelen, veronachtzaamden we andere domeinen en juist daardoor langzaam maar zeker de balans in de samenleving verloren. Het dominante presteren, gaat ten koste van de maatschappelijke verbeelding, het gesprek over de kernwaarden die ons zo dierbaar zijn als ook de ecosfeer, het domein dat al het leven mogelijk maakt.
In zo’n tijd kan de politieke sfeer ons ondersteunen met nieuwe filosofieën, zoals het zichtbaar maken van criteria waaraan je ‘goed ondernemerschap’ zou kunnen afmeten, waaronder het stoppen met het creëren van armoede in de keten, het vervuilen van water en lucht, gelijkwaardigheid van mensen … om maar een paar sustainable development goals te noemen. Het koste wat kost willen winnen, wordt begrenst door de negatieve effecten op de andere levenssferen.
Er zijn allang private bedrijven die zich door nieuwe politieke filosofieën aangetrokken weten. Ze blijven ondernemen, concurreren, het beste primaire proces neerzetten. Dat spel kennen ze immers als geen ander. Tegelijkertijd behouden ze ook oog voor menselijke waardigheid; aandacht voor de publieke ruimte; hart voor een gezonde ecologie; geïnspireerd door politiek die weet heeft van het behouden van balans in alle levenssferen. Ze zijn sporter, maar vergeten nooit de kunstenaar en filosoof in zichzelf te voeden en zijn trouw aan de waarden die ze van huis uit hebben meegekregen.
Waar ligt de grens van private verantwoordelijkheid? In de schadelijke effecten die ze heeft op andere levenssferen. Blijf de mooiste producten maken, zonder de ecologie, de kunst, het welzijn van de mens te schaden. Laat dat de grondslag zijn van de politiek van de 21e eeuw.