Financiële waarde voor organisaties: is geld het doel of een middel?

Geld is voor velen het einddoel en regelmatig ook gericht op het behoud van verworven macht en positie, zelfs al zijn de effecten desastreus. Is er ook gedrag dat andere effecten nastreeft? Natuurlijk! Van de zes waarde-soorten van het IIRC-model is financiële waarde voor organisaties een bijzondere. Het lijkt ook één van de belangrijkste oorzaken te zijn van maatschappelijke ontsporingen. 

In onderstaand artikel beantwoord ik acht vragen over het geld als middel in plaats van doel.

1: Waar gaat het echt over? 

Als we nu eens stellen dat het in een samenleving ten diepste gaat over de zes waarde-soorten van het IIRC-model met daaraan gekoppeld de UN Sustainable Development Goals (SDG), dan zien we dat financiële waarde voor organisaties op een interessante plek terechtkomt. Eerst maar eens de zes waarde-soorten op een rij:

  • Ontwikkeling menselijke waarde: geen armoede; geen honger; goede gezondheid en welzijn. 
  • Ontwikkeling sociaal relationele waarde: gender gelijkheid; terugdringen ongelijkheden binnen en tussen landen; vrede, gerechtigheid en sterke instituties; aangaan van partnerships voor ontwikkelen van balans. 
  • Ontwikkeling van de natuur, waarvan de mens onlosmakelijk deelgenoot en ook afhankelijk is, want zonder zuurstof, water, warmte, grond geen leven. Gerichte klimaat acties; zorg voor het leven onder water; zorg voor het leven op het land. 
  • Ontwikkeling van fysieke infrastructuren die de bovenstaande drie waarden dienen: schoon water en sanitaire voorzieningen; duurzame steden en communities; beschikbare duurzame energiebronnen; veerkrachtige infrastructuur, duurzame industrie en effectieve innovatie. 
  • Ontwikkeling van wijsheid die we samen hebben opgebouwd: goede kwaliteit onderwijs; fatsoenlijke werkomstandigheden en duurzame economische 
    ontwikkeling; verantwoordelijke productie en consumptie. 
    Wat is ten behoeve van deze vijf dan de rol en betekenis van: 
  • De financiële waarde voor organisaties? Hé, bijzonder, hier is niet direct een SDG aan te koppelen. Klopt ook! Geld is een middel, geen doel! Toch? Of het zou dan moeten gaan over een rechtvaardige verdeling van inkomen en vermogen, inclusief jubeljaren om al te scheef gegroeide verhoudingen te corrigeren, omdat geld als financiële waarde voor organisaties vaak wel als doel werd beschouwd. 

2: Welk gedrag maakt zichtbaar dat geld wel een doel is? 

Sommige makelaars maken onderling afspraken, teneinde de provisie-jackpot te optimaliseren. Torenhoge huizenprijzen, waarin de 0% overdrachtsbelasting, bedoeld voor jonge starters, al lang weer is verdampt. Hoge huren voor horecaondernemers, ook al is hun zaak vanwege Corona gesloten. Moeilijk doen over het nakomen van mondelinge afspraken rondom schadeloosstelling Groninger aardgashuizen. Ik hoor Wiebes nog zeggen:
‘dit gaan sommige lieden niet leuk vinden!’ en bij zo’n uitspraak komt dan het liedje van Abba in me op: ‘money, money, money! It’s so funny. In the rich mans world’. 

Maar ook dieper doordenkend: de relaties van ons land met Rusland waar vele aardgasschatten onder de grond verborgen liggen. Gericht reclame maken uit verzamelde data, teneinde de koophonger aan te moedigen. Geld is voor velen het ultieme doel en regelmatig ook gericht op het behoud van verworven macht en positie, zelfs al zijn de effecten desastreus. De effecten! Is er ook gedrag dat andere effecten nastreeft? 

3: Bestaat ander gedrag? 

Natuurlijk. Ons denken is vrij en daardoor kunnen we ons andere werelden verbeelden. Auping stort ontvangen gemeenschapsgeld terug, omdat ze de Coronacrisis toch beter doorkwam dan ze vooraf voor mogelijk hield. Eosta laat bij de biologische producten die ze als groothandel verkopen transparant zien waar deze producten vandaan komen en geeft tevens aan hoe de bodem jaar na jaar vruchtbaarder wordt in plaats van over-bemest met kostbare, eindige grondstoffen. Bovendien betaalt ze eerlijke prijzen. DSM die een missie kiest als ‘bright science, brighter livings’ en deze missie ook in alletoonaarden voorleeft. Interface, een internationaal bedrijf dat tapijttegels maakt, stelt zichzelf onmogelijk doelen en realiseert daarmee ten opzichte van 1996, zolang al zo bewust, 96% minder waterverbruik. Nu richt ze zich met het stellen van schijnbaar onmogelijke doelen op het netto terugnemen van CO2 uit vervuilde lucht. 

De twee laatstgenoemde bedrijven zijn beursgenoteerd, om maar even aan te geven dat een gezonde visie op integraal holistische bedrijfsvoering niet hoeft te betekenen dat het hele systeem van aandeelhouderswaarde omvergeworpen moet worden. Daar waar de effecten voor een veelheid van belanghebbenden – water, aarde, lucht, warmte, plant, dier, mens – positief zijn, is het systeem gericht op de ontwikkeling van balans. Geld is in dergelijke systemen een bijzonder kostbaar middel voor het in stand houden en opbouwen van een reële economie, waarin gezond denkende bedrijven ‘de geïntegreerde positieve en negatieve keteneffecten van gerealiseerde output’ bewust meenemen in de opbouw van hun beleid. Ze denken niet in termen van verrekenen en boetes betalen voor al te veel vervuiling. Waarom? Omdat ze weten dat gezond beleid het voortbestaan van hun bedrijf en de maatschappij in de toekomst zeker stelt. 

4: Is ongezond bedrijfsbeleid dan legaal? 

Juridisch is ‘ongezond beleid’, een beleid waarvan de effecten van gerealiseerde output de aarde uithollen en/of de mensheid armer c.q. afhankelijker maakt, toegestaan. De effecten van vervuiling en verarming worden (nog) niet doorgerekend in het corrigeren van de bedrijfswinst. En ook, de wal keert ooit het schip, de reserves worden op een zeker omslagmoment besteed aan investeringen die vereist is voor het redden van het eigen hachje. Maar: nu nog even niet, want zolang er nog gemakkelijker geld te verdienen valt, gaan we op de oude rendementsvoet verder en halen we en passant ook nog even de olie onder de smeltende Noordpool op. We zijn immers samen verslaafd aan het goede leven. 

5: Zijn we niet allen deelgenoot? 

Ja, het goede leven. Ik rijd ook auto. Heb een mooi huis met een fijn kantoor. We zitten samen in hetzelfde schuitje. Een systeem dat helemaal verslaafd is aan groei, aan beter, aan meer. Aan heerlijke aardgaswarmte of die lekker houtkachel. Aan de mogelijkheden om de hele wereld te verkennen. Nu dan even niet, maar straks. En: natuurlijk gunnen we dat onze buren ook. Het goede, gemakkelijke leven, daarvoor zijn we toch geboren? Een eerlijke ruil, toch? Wij maken het jou met alle liefde lekker gemakkelijk. En zolang dat mag en kan, gaan we door op dezelfde voet. 

6: Zijn we in staat onszelf te corrigeren? 

Op welke wijze kunnen we als gemeenschap door de gehele ketens heen rechtvaardige ruilverhoudingen als ook het diepe toekomstbesef dat organisatieprocessen nooit meer mogen leiden tot verarming van menselijk welzijn en de uitholling van aardse bronnen stimuleren? Wanneer stopt het uitlenen van geld in de verhouding 10*uitgeleend:1*gespaard aan organisaties die het menselijk welzijn uithollen, de aarde uitputten, het intellectueel eigendom voor zichzelf claimen, materiële infrastructuren als kostenpost zien voor de gemeenschap en sociale relaties zwaar onder druk zetten? 

De gedachte hanteren dat succes gelijk staat aan het maximaliseren van ‘cash-toename’. Geld als heilige graal in plaats van een waardevol middel, waarmee mensen het onderlinge ruilproces vorm en inhoud geven, teneinde samen de gemeenschap naar de geest van de eerste vijf genoemde doelen in dit artikel op te bouwen. Hoe precies? Het vraagt in ieder geval om een gezonde ethische houding: gedrag dat deugdzaam is; gevolgen die de natuur, de mens, de onderlinge relaties, de infrastructuur en de collectieve wijsheid dienen; kernwaarden en -gedragingen die hun fundament kennen in universele principes; gedrag wat ook in de ogen van de ander en het andere gewaardeerd wordt. Gedrag dat positieve effecten dient. 

7: Hoe stimuleren we dan het gedrag dat positieve effecten dient? 

De correctie kan door de overheid worden gestimuleerd, als ze voluit durft te denken in termen van positief/negatief effect voor het meervoudige belang en gerealiseerde positieve effecten, zoals opbouw van natuur, tegengaan van vervuiling, ontwikkeling van evenwichtige staten, ontwikkeling van de potentie van mensen en daarmee tegelijkertijd het uitoefenen van invloed op de bevolkingstoename. 

Maar de correctie zit vooral in ons aller denken en het daaraan gekoppeld gedrag. In het willen eten vanaf gezonde grond voor ons voedsel. In het willen scheppen van warmte uit de zon en energie uit de kracht van de wind. In het samen opbouwen van regio’s waar de relaties het winnen van de systemen. In het bouwen aan organisaties die de meervoudige waarde-balans oprecht willen dienen. 

8: Organisaties die de opbouw van een meervoudige waarde balans dienen? 

Ik geloof in ondernemerschap. Mijn betoog is geen aanklacht tegen ondernemerschap. Het is een oproep om al te gemakkelijk te vervallen in winst als dé sturende factor voor financiële waarde voor organisaties, ongeacht haar effecten. Denk als Ray Anderson van Interface, toen een klant hem vroeg: ‘wat doen jullie aan het milieu?’ En zijn antwoord heeft laten zien door het stimuleren en activeren van zienswijzen die hebben geleid tot het bereiken van onmogelijke doelen. Ondernemers zien kansen en zijn bereid anderen bij die kansen te betrekken. Ze bouwen gemeenschappen op, waarin echte uitdagingen opgepakt worden en hun vorm en inhoud krijgen.

Het systeem waarin we samen leven kraakt. Het is door het onderliggende groei denken al langere tijd niet meer toekomstbestendig. Daarom is het tijd om rigoureus de meervoudige waarde-balans te omarmen en organisaties op te bouwen die bereid zijn al hun slimheid in te zetten voor het bouwen aan infrastructuren die de aarde opbouwen, sociale relatie versterken en verdiepen en het menselijk welzijn dienen. Die uitdaging aangaan is een goede ruilverhouding meer dan waard! 



Geef een reactie